In Balans Zijn

Ik lees een stukje in de Hapinnez. Douwe Bob (singer/songwriter) wordt daarin gevraagd wat voor hem ‘Balans’ is. Hij zegt daarop: “Ik weet niet zo goed wat balans is. Het leven is geen weegschaal, vind ik. Het voelt niet alsof mijn leven soms iets te ver naar links hangt, en dat ik dat op kan lossen door rechts een steentje erbij te leggen. Ik ben gelukkig: als dat betekent dat ik in balans ben, dan zal dat wel zo zijn. Soms neem ik wel even afstand en kijk ik naar het grotere plaatje. Dan moet je dat stapje terug nemen en even iets loslaten omdat je er anders in verdrinkt”.

Ik vind dat mooi verwoord: het leven is geen weegschaal. Je kunt het niet oplossen door er aan één kant een steentje af te halen of bij te leggen.

Terwijl dat wel vaak is waar we naar op zoek zijn. De ULTIEME BALANS. Dat we precies zoveel uur werken dat het goed voelt én dat we productief kunnen zijn, dat we precies de uren thuis kunnen zijn dat dat ook helemaal lekker loopt, dan nog tijd voor onszelf, tijd voor anderen. Alles helemaal in balans. Kan dat? Ik geloof het niet. Het is de illusie van controle. Dat als ik dit doe, dat het dan dat oplost. Of als ik dit doe, dat dat tekort schiet en dat daar de oplossing zit. 

Ik denk niet dat het zo simpel is. Ons leven heeft zoveel facetten, dat kan nooit allemaal in balans zijn. Zoveel rollen. Die vullen elkaar aan, maar bijten elkaar soms ook. Dat heb je in mijn vorige blog kunnen lezen; ga ik meer werken om het kostwinnerschap voor mijn gezin te kunnen dragen, kom ik uiteindelijk zelf te kort, want ik zit niet meer lekker in mijn vel. En mijn gezin, voor wie ik juist wil zorgen, voelt zich in de steek gelaten. Dan zou de simpele oplossing zijn; minder gaan werken. Maar dat betekent weer minder inkomsten en dus minder kunnen doen. Want heus, ik leef een bescheiden leven. Een 12 jaar-oude auto onder mijn kont en 1 keer per jaar een week op vakantie. Dus minder doen wil niet zeggen nou jee, dan laat ik de privéjet een keertje staan. 

En nou had ik net voor mezelf gekozen, en was ik weer op yogales gegaan. Om goed voor mezelf te zorgen. Om in balans te blijven. Maar door minder te gaan werken, zou ik dat bijvoorbeeld niet meer kunnen betalen. Snap je wat ik bedoel?

Ik denk dat het één het ander beïnvloed, en juist daarom DE balans nooit te bereiken is. Ik denk juist dat het zoeken naar DE balans ons veel stress geeft en ervoor zorgt dat we nooit in balans zijn of komen. Want DE balans kan alleen maar gepaard gaan met een grote krampachtigheid. Dan is alles zo op elkaar afgestemd dat er niets fout mag gaan. Want één verandering in 1 schakeltje en het hele kaartenhuis valt in elkaar. Het is niet zo dat als je 2 uur overwerkt dat 2 uur ontspanning dat weer oplost. Het is vaak niet 50-50, maar 80-20, dan 60-40, dan weer eens 30-70, enzovoort.

In balans zijn betekent misschien wel dat je beseft dat de ultieme balans er niet is. Dat er altijd wel iets tekort of teveel is. En dat dat ook o.k. is. Zolang het binnen de perken blijft. En, zoals Douwe Bob zegt, je je gelukkig voelt. Je je goed voelt. Over het algemeen. Niet altijd als een status quo. En dat je af en toe afstand neemt en kijkt wat er moet gebeuren. Om te voorkomen dat je ergens in verdrinkt. 

Over aandacht. Voor jezelf, voor elkaar, maar vooral voor DIT moment

Ik werk veel. Te veel. Dat weet ik, als ik op papier kijk naar de uren die ik werk. Dat voel ik aan mijn lijf. Hoe vroeg ik ook naar bed ga, ik word niet uitgerust wakker.

Ik hou van werken. Ik hou van mijn werk. De liefde voor werk, voor hard en veel werken, heb ik van huis uit meegekregen. Ik draai mijn hand niet om voor een 80-urige werkweek en dan nog fluitend thuis komen. Maar natuurlijk zit ook daar een grens. Voor iedereen is dat op een gegeven moment te veel. En ja, ik geef het niet graag toe, maar ook voor mij.

Het begon pas tot mij door te dringen dat het écht te veel was, toen ik aan alles merkte dat de balans zoek was. De hele dag door huilerig zijn. Dat is echt mijn alarmbel. Er is geen aanwijsbare reden voor dat huilgevoel. De een krijgt zere schouders, de ander een knoop in zijn buik, bij mij uit het zich in een huilgevoel.

En natuurlijk zegt iedereen; is het niet een beetje teveel wat jij allemaal doet? Ja tuurlijk, denk ik dan, maar ik vind het zo leeeeeeeeeeeeuuuuuuuuuuuuuuuk. Maar je kunt ook aan leuke dingen opbranden. 

Dus plan ik een weekend vrij. Een heel weekend! Ik ga er op uit met mijn lief en de kindjes gaan naar opa en oma. In één van de drukste weekenden die we waarschijnlijk gaan krijgen voor onze B&B. Maar ik ben dan jarig. En ik weet dat, hoe ik mij nu voel, ik kortsluiting in mijn hoofd krijg als ik op mijn verjaardag een ontbijtje voor iemand anders moet gaan staan maken. Dat krijg je als de balans tussen geven en nemen zoek is.

Ik ga weer op yogales, om ook zelf weer eens les te krijgen. 
In de weekenden wanneer ik werk, ga ik sinds kort naar huis rond etenstijd, om samen met mijn gezin te eten. En ik plan minder weekenden in.

Goed bezig. Dacht ik.
School belt. Mijn zoon is ziek. Ik ben thuis aan het werk dus haal hem gelijk op. Thuis bel ik de BSO dat hij niet komt. Als hij mij dat aan de telefoon hoort zeggen, is hij helemaal overstuur. “Maar ik ben alweer beter mama, ik wil zo graag naar de BSO”. Ik ben onverbiddelijk: jij blijft thuis. Hij is ontroostbaar. Ik ga naast hem zitten op de bank en aai hem over zijn bol. “Het is daar zo leuk” zegt hij. Ze hebben daar een Wii en die hebben wij niet. En ik kan daar touwtje springen”. “Dat kan je thuis toch ook”, zeg ik. “Met wie”, zegt hij, “dat doen jullie nooit met mij”. “Nee” zeg ik. “Mama is er niet veel he”. “Nee”, zegt hij,”je bent altijd maar aan het werk”. “Ik weet het”, zeg ik. “Ik ben teveel weg scheet. Ik wil het heel graag anders maar ik weet even niet hoe”. Hij staat op, pakt een boekje en kruipt liggend op mijn schoot. Hij gaat het boekje voorlezen. Hij leest net, dus één zin duurt lang. Maar ik luister. Aandachtig. Ik zeg niets en aai hem nog steeds over zijn haar. “Thuis is het eigenlijk veel leuker” zegt hij. Ik snap wat hij bedoelt. Hij heeft me nodig. Hij heeft ons nodig. Hij heeft aandacht nodig.

De valkuil is om nu te denken dat ALLES van af NU ANDERS moet. Maar het kan NU niet anders. Ik kijk op de klok en weet dat ik over een half uurtje weg moet. Maar ik zit bij hem. Volledig bij hem. niet met mijn gedachten bij wat er allemaal nog moet, en hoe ik het voor elkaar ga krijgen om het anders te regelen. DIT moment. Dit moment met hem, dat heb ik. Zijn warme lijf op mijn schoot, de geur van zijn haar, zijn natte wangen van het huilen. En ik ben er bij. En ik ga mijn best doen om, zolang het nog niet anders kan, er op deze momentjes te ZIJN. Voor hem, maar ook voor mezelf.

Aandacht en het winterweer

Aandacht en het winterweer

Ik heb een hekel aan de winter. Sorry. Ik kan daar niet mindful mee omgaan. Zal ik het nog stelliger zeggen? Ik haat dit weer! Haha..

Vanmorgen ben ik totaal verkleumd op kantoor aangekomen. Ik moest tanken en door de snijdende wind ben ik niet meer warm geworden. Ik herhaal dan, als een replica van Mopper-smurf, eindeloos in mezelf dat ik dit koude weer haat. Wel met een lach hoor, maar feit blijft dat ik smachtend uit blijf zien naar de lente.

Nu ken ik toevallig iemand die het tegenovergestelde is. Die dit weer heeeeeeeeeeeerlijk vindt. Geniet van de storm, de regen, de wind, de kou. Ik kan altijd vol bewondering naar haar luisteren wanneer ze vertelt dat ze helemaal opgetogen in haar auto heeft gereden terwijl ze door elkaar werd geschud door de wind.

Dit laat maar weer eens zien dat iets nooit per definitie leuk of niet-leuk is. Het zijn onze gedachten die maken dat we iets onprettig vinden (of haten J) of dat we ergens van kunnen genieten.

Aandacht laat je afstand nemen en kijken naar je gedachten die beïnvloeden hoe jij een bepaalde situatie interpreteert. Niet om het gevoel weg te maken, want je zal mij nooit horen zeggen dat ik de winter fijn vind, ook al ben ik nog 100 jaar Mindfulness Trainer. De afstand die je in leert te nemen zorgt er wel voor dat je je niet meer helemaal mee laat slepen door het gevoel. Dat je er in mijn geval om kunt lachen, de Mopper-smurf in jezelf kunt herkennen en het niet het verloop van de rest van je dag laat kleuren. Ik zet de verwarming lekker loei hoog en vier feest bij elk streepje zon dat ik zie: “de lente is in aantocht!” vertel ik mezelf dan… Hoewel…als ik naar de weersvoorspellingen kijk (met temperaturen van -5!!), dan blijft Moppersmurf nog wel een tijdje hangen…

Herken jij ook zo’n figuurtje in jezelf en wil je weten hoe je daar beter, leuker, met meer afstand mee om kunt gaan? Maak een afspraak met me of kies meteen voor een de intensieve manier; geef je op voor een Mindfulness Training!

Groetjes,

Lonneke

Mindful Ouderschap

Mindful Ouderschap

Onlangs volgde ik een Mindful Parenting training bij een collega. Een oefening die we daarbij als huiswerk opkregen, was het observeren van je kind, alsof je hem of haar nog nooit eerder had gezien. Wat merk je dan op, wat voel je, waar word je je bewust van?

Om je uit te leggen wat het uiteindelijke effect van de oefening was, neem ik je eerst even mee terug naar mijn zwangerschap van mijn dochter. Toen ik ongeveer 20 weken zwanger was kregen we bij de echo te horen dat we een meisje kregen. Ik was stomverbaasd. We hadden al een zoontje en ik was er van overtuigd dat dit weer een jongen zou worden. Misschien was het niet eens zozeer mijn overtuiging, maar mijn wens. Ik zag mezelf wel voor me met een schare jongetjes achter me. Alsof de plaat nu bleef hangen. Een dochter. Natuurlijk was ik in eerste instantie blij met het feit dat ons kindje helemaal gezond was. Maar in tweede instantie bleef die zin maar door mijn hoofd dreunen: we krijgen een dochter. Ik vond het lastig. Ik had geen idee hoe ik moeder moest zijn van een meisje. We hadden ook alleen nog maar een naam voor een jongen.

Op de weg terug van het ziekenhuis heb ik zitten huilen. We kregen een meisje. Tegelijkertijd schaamde ik me voor die gevoelens omdat ik van dichtbij weet hoe pijnlijk het is als mensen geen kindjes kunnen krijgen. Die zouden een moord doen voor een kind, jongen of meisje maakt dan totaal niet uit. Ik durfde er dan ook niet zo goed met anderen over te praten. Vooral niet omdat iedereen bijna in juichen uitbarst als je al een jongen hebt, en dan een meisje krijgt: “Ohhhh…wat FIJN voor je: een koningskoppel!!”.

Gaandeweg de zwangerschap begon ik er langzaam aan te wennen. Al die schattige babykleertjes hielpen daar ook zeker bij.

En toen werd ze geboren. Na 2 weken voorweeën kwam ze toch ineens onverwacht, met de heftigheid en snelheid van een Formule 1 coureur. Ineens lag daar een mensje op mijn buik. Uitgeput was ik. Al die weken telkens bij die heftige voorweeën je er op voorbereiden dat ze komt, en dan ineens is ze daar. Ik keek naar haar en zag niets in haar van mezelf, en ook niet van mijn man. Het voelde alsof een buurvrouw haar baby bij me had gedropt. Door de snelle bevalling overstrekte mijn dochter haar nek, waardoor knuffelen ook lastig was.

Ik vond het lastig om met haar te binden. Ik bleef niets van herkenning in haar zien. Deed mijn best, maar het was ZO anders dan toen mijn zoon geboren was..

Inmiddels verstreek de tijd en was ik ondertussen wel écht blij met een meid. Zo anders dan een jongen en dat koningskoppel, ik snapte nu wel waarom mensen dat zeggen. Ik wilde graag met mijn dochter knuffelen maar dat liet ze niet echt toe. Ook toen ze veel later begon te praten en ik wilde haar aaien riep ze hard: “keg!!” (wat ‘weg’ betekent). Alsof ze wilde zeggen; nu hoeft het niet meer! Wij zeiden dan; pittige tante, die weet wel wat ze wil!

En dan kom ik weer terug bij de observatie oefening van de training. Ik heb haar met nieuwe ogen bekeken. En ineens zag ik een gewoon klein meisje. Genietend van de waterstraal onder de douche. Helemaal niet zo’n pittige tante, maar kwetsbaar in haar blootje. Het ontroerde me ontzettend. Alsof ze het voelde keek ze me ineens aan en zei heel lief: mamaaaaa. Jee, dat raakte.

Later op die dag nam ik haar mee naar de zaak om wat dingetjes te regelen en zo af en toe keek ik uit mijn ooghoeken nieuwsgierig naar haar, naar dat kleine dartele meisje. Ineens kwam ze naar me toe en zei: “mama, aaien”. Ik wist niet wat me overkwam dus ik heb vrij mechanisch over haar rug staan aaien. Er was iets veranderd in mij en dat voelde ze. Al die projecties op haar, dat zij het niet wilde en dat zij pittig was…het had allemaal veel meer te maken met mijn houding, hoewel ik me daar dus eerder helemaal niet bewust van was. Dat boorde natuurlijk ook een gigantisch schuldgevoel aan. Ik had dat kleine grietje laten worstelen, ze heeft zich niet welkom gevoeld en uitte dat in het gedrag wat wij als ‘lastig’ betitelden.

Die ene, simpele, observatie oefening, heeft een omslag betekent in mijn relatie met haar, maar ook in ons gezin. Zij is nu ineens veel opener en knuffelig. En wij kijken met hele andere ogen naar haar en geven haar ook de ruimte om te zijn wie ze is.

Dat zulke simpele oefeningen zo krachtig kunnen zijn in de zware taak die ouders soms op hun schouders hebben liggen, heeft me geïnspireerd om een Training Mindful Ouderschap op te zetten. Ik hoop dat het ook jou inspireert om met je ouderschap aan de slag te gaan.

Groetjes,
Lonneke

Mindful Werken

Onlangs was mijn zoon ziek. We hebben thuis geen tv (en nee, dat heeft niets met een geloof te maken), en hij vroeg mij of ik mijn computer thuis kon laten zodat hij een filmpje kon kijken. Ik tuurde in mijn agenda en zag dat ik aaneensluitend clienten afspraken had. Mijn computer zou ik toch niet zo nodig hebben dus ik liet het ding met enig ongemak thuis bij mijn zoon.
Waar kwam dat ongemak vandaan? Ineens toch een beetje zenuwachtig worden want “nu kan ik een hele dag mijn mail niet lezen”. Ik stelde mezelf gerust met het idee dat ik de mailtjes vrolijk op mijn telefoonschermpje kon zien verschijnen. Dat een uurtje later de batterij op zou zijn, wist ik toen nog niet… 

Mijn eerste afspraak werd afgezegd. Even baalde ik ontzettend: wat had ik nu een hoop kunnen doen als ik mijn pc’tje mee had!! Wat nu? Wat moest ik nu ineens gaan doen met dat Uur Tijd, die zee van niets in mijn multimediale wereld? Zenuwachtig tikte ik tegen het scherm van mijn telefoon. Geen mail. 3 minuten later nog eens. Nog steeds niets. Koffie zetten. Nog niets.

Ik keek om me heen en zag dat mijn kamer wel aan een sopbeurtje toe was. Ik heb op mijn dooie akkertje alles afgestoft. Met aandacht. Nu ben ik niet zo’n ster-huisvrouw maar ik stond bijna op het punt er eentje te worden.

Tussen de middag had ik ook een uurtje pauze. Dat heb ik altijd, hoewel dat doorgaans betekent een uur als een razende Harry achter mijn scherm zitten, mails beantwoorden, 20 minuten voor het eind van mijn ‘pauze’ te beseffen dat ik nog moet eten en er dan achter komen dat ik die dag een salade zou maken die dus ook nog helemaal gemaakt moet worden..

En nu had ik dus dat Uur. Zonder pc. En inmiddels tot de ontdekking gekomen dat mijn telefoon uitgevallen was. Ik had al gesmeerde broodjes mee dus daar kon ik ook al geen tijd aan verspillen. Dus ja, ik ben gewoon in mijn stoel gaan zitten. Nee, niet aan mijn bureau. Gewoon op een stoel! Hoe vind je dat!? Ik heb gewoon een uur lang, op mijn stoel, mijn broodjes zitten eten. En daarna bijzonder zitten genieten van een Cappuccinootje.

Daarna had ik weer sessies. Sessies zijn voor mij altijd een mindfulness bell: ik zoom dan zo in op wat iemand te delen heeft dat er niets anders is dan dat. Je zou alleen soms eens moeten zien wat ik daarna allemaal aan het doen ben. Of tussendoor, ook zoiets. In de minuten tussen sessies, til ik de klep van mijn bureau omhoog en zie ik mijn vinger naar mijn muis gaan om het scherm aan te tikken. Als een verslaafde op zoek naar mails, berichten op Twitter of Facebook. En dan ben ik nog niets eens een fervent gebruiker van die laatste twee.
Nu was er Niets. Ik kon gewoon naar huis. Onhandig stond ik in mijn kamer nadat mijn laatste client weg was. Geen mails. Geen facturen. Geen sites om aan te werken. Niets.

Wat voelde ik me goed! Wat had ik heerlijk en aandachtig gewerkt die dag! Ik heb meteen bij thuiskomst mijn telefoon aan de stroom gehangen. Niet om mails te checken, maar om het er af te gooien. Mijn telefoon doet nu waar hij ooit voor bedoelt was: bellen. En mails open ik nog maar 2 tot 3 keer op een dag, op tijden die ik vooraf bedenk. En verder blijft de klep van mijn bureau dicht. Vanmiddag heb ik zelfs buiten in de zon mijn broodjes zitten eten, heb een stukje gewandeld en heb even een lekker vers sapje bij de groentenman gehaald. Kon ik de rest van de wandeling mindfulness in de praktijk brengen, door tegen mezelf te zeggen dat het echt niet erg was dat dat kleine rotflesje 4 euro kostte. Loslaten. Het is wat het is. Voel maar even wat dit met je doet. En geniet van die sap, want anders is het helemaal zonde van die 4 euro. 

Herken je jezelf zo hier en daar in mijn verhaal? Ben je benieuwd hoe ook jij Mindful aan het werk kunt zijn? Ik geef een Mindfulness Masterclass op 26 oktober over Mindful Werken. Leuk als je meedoet!

Groetjes,
Lonneke